487 Ja, ja, dat deed ons Jetje!
Jetje en de lucifers (Suze Andriessen, 1897)
Er leefde in een kleine stad,
Een meisje om van te hoûwen,
Zij heette Jetje, maar zij was,
Niet heel goed te vertrouwen!
Als zij maar zag een lucifer
Dan riep zij “Dat ’s een pretje!”
Zij streek hem één, twee, drie dan aan,
Ja, ja, dat deed ons Jetje!
De katjes riepen wel: “Miauw,
Miauw! Och wil dat laten!
Je steekt jezelve nog in brand!”
Maar geen “miauw”, mocht baten.
Hoe aardig was dat vlammetje,
Het flikkerde zoo vrolijk,
“Zegt katjes, zegt hoe vindt ge dat?”
Vroeg Jetje, O, zoo oolijk!
Maar daar op eens, Och hemel help!
’t Is vreeslijk om ’t te hooren,
Een vonk vloog in haar krullebol
En brandde Jetjes ooren!
“Miauw! Miauw!” riep poesenel!
Ach Jetjelief, ik zei ’t je wel!
“Miauw! Miauw! komt menschen hier,
Ons Jetje zal verbranden!”
Zoo jammerden de katjes, luid.
“Daar schroeien reeds haar handen!”
De katjes, hadden groot verdriet,
Maar ach! hun schreien hielp hen niet!
Twee schoentjes en een hoopje asch,
Wat er van Jetje over was!
Een jaar na Van Leent kwam Suze Andriessen in De hedendaagsche Piet de Smeerpoets met Jetje en de lucifers. Net als de Paulientje van Van Leent – en in tegenstelling tot wat er bij Hoffmann over het karakter staat, namelijk niets (show, don’t tell) – is Andriessens Jetje een vervelend sujetje, want zij is
Niet heel goed te vertrouwen!
Als zij maar zag een lucifer,
Dan riep zij “Dat ’s een pretje!”
Zij streek hem één, twee, drie dan aan,
Ja, ja, dat deed ons Jetje!
Verhaaltechnisch levert dat een heel ander verhaal op. Immers, als ze al vaker met lucifers speelt is ze gewoon een slordig meisje dat toevallig eens een keertje niet oplet en geen heldin zoals Paulinchen.
Het hoogtepunt van het verhaal, het geheel en al verbranden van het meisje, wordt door Andriessen met loze kreten aangelengd, Och hemel help! en ’t Is vreeslijk om ’t te hooren – al heeft Daar schroeien reeds haar handen! nog wel een zekere huiveringwekkende kracht.
De laatste regels zijn ook sterk, al is het jammer van het uitroepteken:
Twee schoentjes en een hoopje asch,
Wat er van Jetje over was!
_____
Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier. Hieronder het Duits.
Er leefde in een kleine stad,
Een meisje om van te hoûwen,
Zij heette Jetje, maar zij was,
Niet heel goed te vertrouwen!
Als zij maar zag een lucifer
Dan riep zij “Dat ’s een pretje!”
Zij streek hem één, twee, drie dan aan,
Ja, ja, dat deed ons Jetje!
De katjes riepen wel: “Miauw,
Miauw! Och wil dat laten!
Je steekt jezelve nog in brand!”
Maar geen “miauw”, mocht baten.
Hoe aardig was dat vlammetje,
Het flikkerde zoo vrolijk,
“Zegt katjes, zegt hoe vindt ge dat?”
Vroeg Jetje, O, zoo oolijk!
Maar daar op eens, Och hemel help!
’t Is vreeslijk om ’t te hooren,
Een vonk vloog in haar krullebol
En brandde Jetjes ooren!
“Miauw! Miauw!” riep poesenel!
Ach Jetjelief, ik zei ’t je wel!
“Miauw! Miauw! komt menschen hier,
Ons Jetje zal verbranden!”
Zoo jammerden de katjes, luid.
“Daar schroeien reeds haar handen!”
De katjes, hadden groot verdriet,
Maar ach! hun schreien hielp hen niet!
Twee schoentjes en een hoopje asch,
Wat er van Jetje over was!
Een jaar na Van Leent kwam Suze Andriessen in De hedendaagsche Piet de Smeerpoets met Jetje en de lucifers. Net als de Paulientje van Van Leent – en in tegenstelling tot wat er bij Hoffmann over het karakter staat, namelijk niets (show, don’t tell) – is Andriessens Jetje een vervelend sujetje, want zij is
Niet heel goed te vertrouwen!
Als zij maar zag een lucifer,
Dan riep zij “Dat ’s een pretje!”
Zij streek hem één, twee, drie dan aan,
Ja, ja, dat deed ons Jetje!
Verhaaltechnisch levert dat een heel ander verhaal op. Immers, als ze al vaker met lucifers speelt is ze gewoon een slordig meisje dat toevallig eens een keertje niet oplet en geen heldin zoals Paulinchen.
Het hoogtepunt van het verhaal, het geheel en al verbranden van het meisje, wordt door Andriessen met loze kreten aangelengd, Och hemel help! en ’t Is vreeslijk om ’t te hooren – al heeft Daar schroeien reeds haar handen! nog wel een zekere huiveringwekkende kracht.
De laatste regels zijn ook sterk, al is het jammer van het uitroepteken:
Twee schoentjes en een hoopje asch,
Wat er van Jetje over was!
Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier. Hieronder het Duits.
Reacties
Een reactie posten