488 Lucifers zijn geen speelgoed

Lucifers zijn geen speelgoed (Oom Gus, 1903)

Pa was met moe naar tante heen,
Klein Keetje bleef tehuis alleen,
En toen ze door de kamer sprong
En allerhande liedjes zong,
Danste ze op de tafel toe
En vond de lucifers van moe.
“Kom,” dacht ze, “dat ’s een vondst, wat fijn!
Wat moet dat aardig speelgoed zijn!
Ik steek eens gauw een stokje aan,
Zooals mama vaak heeft gedaan.”

Mimi en Snor, de poesjes,
Die lieve, kleine snoesjes,
Miauwden: “’t mag niet, Keetje,
Mama verbood ’t, dat weet je!
Miauw, miauw, miauw, miauw,
Pas op, kom, laat het nou!”

Maar Keetje hoort de poesjes niet,
Ze is blij dat ze het branden ziet,
De vlam laait lustig, knettert luid,
Er springen kleine vonkjes uit,
En Keetje, die verheugt zich zeer,
Springt door de kamer, heen en weer!

Snor en Mimi, de poesjes,
Die lieve, kleine snoesjes,
Die zeiden: “’t Mag niet, Keetje,
Papa verbood ’t, dat weet je!
Miauw, miauw, miauw, miauw,
Smijt weg dat stokje, gauw!”

O wee! de vlam vat haar japon,
Haar schortje, zelfs haar hand begon
Te branden en ten slotte het haar,
Nu brandt het heele kind, zoo waar!

Mimi en Snor die deeën
Maar niets dan angstig schreeuwen:
“Kom hier, och help dan toch gezwind,
De vlam verteert het heele kind!
Miauw, miauw, miauw, miauw,
Kom, menschen, help toch gauw!”

Verbrand is alles, foei, hoe naar!
Zelfs ’t arme kind met huid en haar, –
Een hoopje asch, een stompje been,
Haar schoenen – dat nog rest alleen!

Mimi, Snor, met z’n beien,
Die zaten luid te schreien:
“Miauw, miauw, miauw, hoe naar!
Waar zijn de arme ouders? waar?”
En hunne tranen blusschen
Het laatste vuur intusschen. –
   In 1903 herdichtte Oom Gus het verhaal onder de opvoedkundige wantitel Lucifers zijn geen speelgoed. Toch is het een knappe vertaling met mooie details en vondsten die je niet vaak ziet. De woorden deeën (Mimi en Snor die deeën Maar niets dan angstig schreeuwen) en beien (Mimi, Snor, met z’n beien, Die zaten luid te schreien) kom je in kinderboeken en boeken tout court maar zelden tegen, terwijl het wel de normale, onnette, geen fatsoenlijke opvoeding genoten hebbende uitspraak volgt.
   Helaas wordt het moment suprême – dat Keetje in de fik vliegt – ontsierd door een lelijk enjambement:

O wee! de vlam vat haar japon,
Haar schortje, zelfs haar hand begon
Te branden en ten slotte het haar,
Nu brandt het heele kind, zoo waar!

   waardoor alle angst in een keer weg is en je met je neus op het verzonnene van de hele geschiedenis wordt gedrukt. Het luistert nauw, zo’n vertaling.
   Het einde is dan wel weer beeldend met een extra luguber detail dat helaas niet staat afgebeeld:

Een hoopje asch, een stompje been,
Haar schoenen – dat nog rest alleen!

   Dat stompje been! Geniaal! Misschien heb ik er voor mijn eigen vertaling nog wat aan. Vreemd is dan wel weer dat dit detail niet getekend is door Cees Spoor. Daarmee vervalt mijn vermoeden, geuit in blog 450, dat Oom Gus, over wie verder niets bekend is, en Spoor één en dezelfden zouden zijn, want als dat zo was, had Spoor het stompje been wel getekend. Maar sowieso is het vreemd dat tekenaar en vertaler kennelijk langs elkaar heen hebben gewerkt. Waren de nieuwe tekeningen er eerst en heeft ‘Oom Gus’ een vertaling gemaakt die niet overal overeenkwam met de afbeeldingen? Heeft Cees Spoor gezegd, Neen, dát teeken ik niet, een stompje been? Raadsels.
_____

Een doorlopend bijgewerkt register op alle VandaagsVertaalProblemen staat in blog 345, hier. Hieronder het Duits.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

499 Infinite Jest

23 Ten derden male de allenige occupanten

496 Nieuwe schoentjes, merk Modest

497 The shape of things to come

495 Alles wordt erdoor verlicht

345 Register & Inhoud VandaagsVertaalProbleem (cumulatief)

340 Jan Klaassen, de Nederlandse Petroesjka (9)

482 Spoel geen paard door de wc