100 Honderd

   Honderd.
   Honderd stukjes heb ik gehad.
   Ontwrongen aan de vertaalpraktijk, vrijwel exclusief mijn eigen.
   Wat er ook boven staat: ‘een vertaalvraagstuk uit de praktijk’.
   Zo concreet mogelijk wilde ik zijn. Want wat me opviel: vertalers menen het allemaal eensgezind heel goed. Hun uitgangspunten deugen als een... als een... tsja, het enige wat me te binnen schiet is ‘als een kardinaal’ – van wie de uitgangspunten ook deugen, moet je aannemen, maar wat er onder die jurk zit, dat wil je niet weten. Rot en schimmel, gehuichel en slijm. Alle zedenprekers hebben dat gemeen.
   Wat niet wil zeggen dat de niet-zedenprekers minder slecht zijn. Ze lopen alleen niet met hun goeiigheid te koop. En dat kan je dan weer cynisch noemen. Of neoliberaal, wat hetzelfde is.
   Zo ook de vertalers: mooie woorden over wat is goed en wat is slecht, maar als je naar heurlui voortbrengsels kijkt, blijken ze alle goede bedoelingen bitter weinig gestand te doen.
   Dus wat heb je eraan, aan theoretisch gewauwelhoer? (Ik weet het, het is een beetje een sturende, om niet te zeggen retorische vraag, op die manier gesteld.)
   Vandaar: vertaalvraagstukken uit de praktijk.
   Er stond ook boven: ‘elke zoveel tijd’. Daar heb ik geen commentaar op gekregen. Terwijl het natuurlijk een miscontaminatie van hier tot gunter is van ‘om de zoveel tijd’ en ‘elke drie dagen’ of een andere tijdspanne.
   Ook dat deed ik expres en hoorde bij mijn missie.
   Missie?
   Dat is voor het eerst dat ik ervan hoor. Is dat het nieuwste? Missies? Zedenprekerij?
   Nou ja, missie zoals geformuleerd in het de eerste blog. Mijn pardoes-rehabilitatiemissie. Mijn vandaags-gebruikmissie. Tegen het doodse, al te netjese Nederlands. Mijn missie waarin ik de weg aangeef hoe je van elke vertaling een origineel kan maken.
   En dat doe je door ook dingen verkeerd te zeggen of anders dan anders. Zoals je dat in het dagelijks taalgebruik ook doet. En zoals je die vrijheid als je schrijft ook neemt.
   Vertalers moeten meer schrijven, dan merken ze het vanzelf.
   (En schrijvers moeten meer vertalen, dan drukken ze zich misschien af en toe wat bevredigender uit.)
   Achteruitkijkend in de zelfreflectiespiegel zie ik dat ik het daar inderdaad steeds weer over gehad heb.
   Ben ik mezelf aan het herhalen?
   Ja hallo, wat wil je dan?
   Dat ik anderen ga herhalen?
   Dat dank je de koekoek!

   Schrijven is één. Lezen is twee. Ik had de afgelopen honderd ook lezers. En mijn bloggeriaanse blogspotfaciliteit legt precies vast, voor elk stukje apart, hoeveel er dat waren.
   Nu ja, beter gezegd: hoeveel unieke IP-adressen het stukje minstens één keer hebben aangeklikt.
   Dus eigenlijk moet ik zeggen: ik had de afgelopen honderd blogs ook unieke aanklikkende IP-adressen.
   Als ik die lijst eens langsloop, dan zie ik interessante dingen gebeuren. De aantallen aanklikkers variëren nogal, van 273 tot 18.
   Ik zie dat mijn Alisa-sage de mensen al snel de keel begon uit te hangen. Alsook mijn twintig zelfbesprekingen van mijn zelfvertalingen van de gedichten uit Jij met mij als You with me. En mijn uitgedreven oorwurmen zijn ook niet erg in tel.
   Meestal zijn het zo’n veertig inzages die mijn posts scoren. Dat mijn eerste stukje het populairst was, met 273 unieke IP-kliks, en dat de belangstelling daarna kelderde, vind ik niet vreemd. Poppetje gezien kastje dicht. Nieuwsgierigheid is een snel bevredigde behoefte. Alleen begint het na iedere keer weer opnieuw.
   Wat ik wel vreemd vind, is dat mijn tweede meest populaire blog nummer 16 is, ‘Prutswerk, gebroddel en beunhazerij’, waarin ik niet (in tegenstelling tot wat de handenwrijvende en zich al verkneukelende aanklikkers misschien dachten) iemand over de hekel haalde, de huid volschold, de in gal gedoopte pen van polemiek bloederig in een schuldeloze collegiale bast stak en diegene afmaakte, te grazen nam, ‘pakte’ – maar waarin ik het louter had over het vertalen van het woordje ‘chaltoera’ bij Dovlatov. Wat een teleurstelling moet dat geweest zijn voor liefhebbers van internautair verbaal geweld! Maar intussen ving deze vermaledijde blog 16 wel mooi 252 unieke IP-kliks.
   Behalve de blijkbaar even uitnodigende als misleidende titel heeft dat nog een oorzaak.
   Het komt ook omdat onderaan het blog een gadget staat die (in de standaardinstellingen, die ik naïef genoeg heb laten staan) de drie populairste posts in het afgelopen jaar opsomt. En dan krijg je het effect dat iets dat vaak wordt aangeklikt bovenaan de lijst verschijnt en dus nog vaker zal worden aangeklikt en steeds maar ‘populairder’ wordt.
   De hele fabeltjesfuik van het internet is hierop gebaseerd, maar ook de boekenverkoop doet eraan. ‘Het is makkelijker om met reclame van tienduizend verkochte boeken honderdduizend te maken dan van duizend tweeduizend’ is een bikkelhard uitgeversadagium, in stelling gebracht tegen schrijvers die klagen dat er zo weinig reclame is gemaakt voor hun boek.
   Wat populair is, verkoopt.
   Is dat niet de definitie?
   Ja, en het mechanisme dus!
   Ik heb de instellingen inmiddels veranderd. Nu staan er de titels van de vijf meest aangeklikte posts van de afgelopen maand. Je ziet nu in elk geval steeds wat anders voorbijkomen, al zal de waanzinnige populariteit van blog 16 – met dank aan alle sensatiebeluste eikels – niet meer gehaald worden, vrees is.
_____
   Verwijzingen. ‘Zelfreflectie’ (blog 1) staat hier, ‘Prutswerk, gebroddel en beunhazerij’ (blog 16) hier. Mijn eerdere zelfreflectie op de zelfreflectie op het fenomeen bloggen staat in de Filter Vrijdag Vertaaldag, hier.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

378 AI is op de mars

374 Nacht, trottoir – als sonnet

377 Verkeerde benen

380 Nacht, trottoir – als ollekebolleke

375 Nacht, trottoir – als Herman Gorter

379 Nacht, trottoir – als a-lipogram

381 Nacht, trottoir – als Menno Wigman

376 Delina Delaney, hoofdstuk II

345 Register & Inhoud VandaagsVertaalProbleem (cumulatief)