182 Het verhaal van de appelige egel

   Een dactylus, soort van. Herfstige appels! En vallende egels. Bom! En daar ga je!
   Dat is het ritme.
   Charms?
   Het zou me niet verbazen.
   Alleen al de titel wijst erop. Hij schreef in 1931 ook een gedicht (niet opgenomen in Bij mij op de maan) dat heet Wat wij inmaken voor de winter, (Что мы заготовливаем на зиму). En hier dus, verletterlijkt: Hoe de egel meteen voor de halve winter appels verzamelde.
   Iets omgegooid: Hoe egel appels raapte meteen voor de halve winter.

Ik sjouw me een ziekte, ’t is eerlijk waar...
Maar wacht!
Bom!
En klaar!

   Wat hebben de collaegae? Hans ter Laan, Hoe de egel zijn wintervoorraad appelen naar huis bracht. Die titel is eigenlijk meer in overeenstemming met het verhaal zoals dat in de beelden wordt verteld dan de Russische titel, Hoe de egel meteen voor de halve winter appels verzamelde. We zien tenslotte de egel doelbewust op plaatje één de appels bij elkaar rollen. Hij heeft het plannetje dus al bedacht, terwijl in het Russisch het lumineuze idee pas in regel twee ontstaat. Maar Ter Laan zet die op zich juiste gedachte niet door in de vertaling van het versje, want daarin krijgt de egel op plaatje drie pas het idee. Waardoor de tekst nog asynchroner uit de pas loopt met de afbeeldingen dan in het origineel:

De egel zucht: o jee, o jee,
Hoe breng ik dit naar huis?
De egel kreeg een goed idee:
Zo is hij weldra thuis.

   Die laatste regel kan echt niet. Met de appelvoorraad op zijn rug is hij echt niet weldra thuis, integendeel lijkt me, dat ziet een kind. Hij hoeft alleen niet heen en weer te blijven lopen, dat is het voordeel van zijn methode. Niet dat hij weldraër thuis is.
   Hoe Dorian Rottenberg het gedicht vertaalt weet ik niet. Op archive.org is deze bladzijde per ongeluk bij het scannen overgeslagen. Zie je wel dat we niet buiten papieren boeken kunnen.
   Johann Warkentin vertaalt het als Wie der Igel Vorrat anlegte:

Seufzt das Stacheltier: “Zu dumm!
Schlepp von früh bis abends!”
Macht das Stacheltier ’nen Plumps—
Köpfchen muß man haben.

   Antoinette Mazzi vertaalt het als Des pommes pour tout l’hiver:

Un hérisson essoufflé
Eut soudain une bonne idée:
«Ça y est, j’ai trouvé!»
Et voilà, tout est changé.

   Deze bleek vreselijk moeilijk. Eén inzending kreeg ik. Dat is het probleem met kindergedichten vertalen: hoe langer je ermee bezig bent, hoe meer je leert en hoe beter je wordt – des te moeilijker het is... Karl Kraus had het met aforismes schrijven, in zijn aforisme: ‘Een aforisme schijven is vaak moeilijk, als je het kan. Het is veel makkelijker een aforisme te schrijven als je het niet kan.’ Een multitoepasbare waarheid, want het geldt voor alles: Hoe beter je het kan, hoe moeilijker het wordt. Alleen voor wie niets kan is alles makkelijk. Daar komt bij: simpel is nu eenmaal het moeilijkst. Vandaar.

Met appeltjes sjouwen, het werd me te zwaar
dus bedacht ik een trucje, kijk:
PLAF
prik prik – klaar!

   Niets mis mee, toch? De vertaling hinkt misschien op twee wensen: enerzijds de plaatjes volgen en anderzijds een gedichtje maken dat op eigen benen kan staan, dat je kan begrijpen ook zonder plaatjes. En dan valt het een beetje tussen twee stoelen, dat klopt.
   Volgende. Усердные слуги. Oesiërdnye Slóégie. IJverige bedienden.

– Эй, поймать ее, поймать!
Да подать ее, подать!
Принесли собаки шляпу –
Только шляпы не видать!

   Dat wil zeggen. Hé, pak het, pak het! En apport, apport! De honden brachten de hoed terug – Alleen een hoed was niet te zien!

   Gescandeerd. Éj, pajmátj jejó, pajmátj! Dá padátj jejó, padátj! Prínieslíé sabákki sjlápoe – Tóljke sjlápy njé viedátj! Rijmschema, een bijzondertje: aaba.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

433 Opkalefateren

434 Voer geen fatbike aan je neefje

436 De macabere verhalen en lugubere plaatjes van Dr. Heinrich Hoffmann

432 Klopt ook niet? Meer vragen bij de lectuur van Alice in Wonderland.

431 Slaapkindjesslaap

437 Lidmaat Ajuin alias Reimerich Kinderlieb

438 Kindfeindlichkeit en Schwarze Pädagogik

435 Ga niet varen in een zeefje

439 Van Razoux tot Kuijper, 150 jaar Struwwelpeter-vertalingen