74 Tsjechovs drie woorden

   Netjes Nederlands blijft de vloek van Vertalië.
   Eén klein voorbeeldje.
   Tsjechovs stekelbessen.
   Stekelbessen! Waar de overheerlijke goudgulden tsarenconfiture van wordt gemaakt, de onrijpe, groene bessen leeggeduimd, dus zonder de harige schil en niet de klappende dieppaarse vruchten, met tal van geheime ingrediënten.
   Stekelbessen! Ook wel kris, kruisbes, klapbes, doornbes, en kruisdoorn geheten. Maar er zijn veel meer regionale namen. Op mijnwoordenboek.nl (/dialect-vertaler) kom ik ook nog tegen doornappel, beier, stekelbezie (‘bezie’ voor bes mag wel eens vaker uit de kast worden getrokken in Vertalië), klapbes, kroezel, kroenzel, knoepert, knoedelbeer (‘beer’ voor bes idem dito), stekelbeier (en ‘beier’ voor bes ook) en kronselen of kronseltjes, zoals ze heten in het machtige zëpos van Kapitein Iglo, lees dat boek.
   Stekelbessen! Die prachtige Ribes uva-crispa! Die schitterende heesters met hun verspreide, gesteelde, handlobbige zaden en hun zijstandige bloemen, hun stekelige stengel, hun één- tot driebloemige trossen, hun rondachtige bladeren, drie- tot vijflobbig en net als de stelen van onderen aaibaar zachtharig! Met hun klokvormige kelk, hun langwerpige, teruggeslagen kelkslippen, en hun nu eens kale dan weer klierachtige groene, vuilpurperen en gele borstels! En hun meestal groenachtig-gele bloemen!
   Stekelbessen! Omdat het verhaal – als al Tsjechovs verhalen – zo stekelig is.
   Stekelbessen bestaat grotendeels uit een lange monoloog van Ivan Ivanytsj.
   Veearts Ivan Ivanytsj en gymnasiumleraar Boerkin kennen we al, want het verhaal sluit naadloos aan op het eerdere De man in het etui (Schot), Een man in een foedraal (Timmer), Een man in een etui (Prins), waarin Boerkin een monoloog afstak over een gehoesd mens. Nu is het Ivan Ivanytsj’ beurt om te vertellen.
   Ivan Ivanytsj wordt daar voorgesteld als oud, lang, mager, met een grote snor. Veearts. Uit zijn commentaar op Boerkins verhaal blijkt ook dat hij rusteloos en vrijheidsminnend is en dat het leven en lot van de mensen hem niet loslaten, en zijn eigen leven hem ook niet aanstaat. Alsof het hem een jasje is dat knelt. Hij broedt voortdurend ergens op.
   Hij is – wordt wel gezegd – naar Tolstoj gemodelleerd.
   Hij is krachtig, atletisch, zwemt voordat hij begint te vertellen een hele tijd rond in een rak1 in de regen. Onrust en eerlijksheidsdrang kenmerken hem.
   Ivan Ivanytsj vertelt het verhaal van zijn broer, die zich op het platteland heeft gevestigd, ‘opgesloten’, begraven, en zijn droom van een landgoed met stekelbessen eindelijk heeft gerealiseerd.
   Die onrust en eerlijkheidsdrang komen ook tot uitdrukking in de manier waarop Tsjechov Ivan Ivanytsj laat praten. Trouwens, ook alles wat niet in de directe rede staat is door de hoofdpersoon en zijn manier van uitdrukken gekleurd. (Volgens Anton Tsjechovs ome Charles-principe.)
   Zijn broer, vertelt Ivan Ivanytsj, trouwde op een gegeven moment. Dat staat er zo: ‘Потом, слышу, женился.’
   Drie woorden, verletterlijkt: ‘Daarna, hoor [ik], trouwde [hij].’
   Het zou mooi zijn om het korte, urgente van de verteltoon te bewaren. Dat is knap lastig. Quintilianus zei het al: facilius est plus facere quam idem. Het is makkelijker meer te maken dan hetzelfde.
   Timmer heeft twaalf woorden: ‘Toen bereikte me op een keer het bericht dat hij getrouwd was.’
   Prins acht: ‘En toen hoorde ik dat hij getrouwd was.’
   Dat zijn allebei geen geweldige geweldig eruitspringende zinnen. Ze klinken niet eens naar fideel overgezette gesproken zinnen. Ze zijn allebei literair, geschreven taal. Netjes Nederlands. Vloeiend. Vlot. Terwijl er hier toch echt iemand aan het woord is met een eigen stem.
   Timmer is breedsprakig. Hij is een exponent van oldskool vertalen, de ‘als het maar lekker wegleest’-school: alle vertalingen in een standaard literair taaleigen en stilistisch inwisselbaar. Lekker weg leest Timmer zeker. Dat is zijn verdienste. Probleem is dat Tsjechovs personages bij hem stuk voor stuk uit dezelfde mal lijken te komen.
   Prins strooit niet met woordjes. Haar vertalingen zijn van de nieuwe school, de Karel van het Reve-school, met de leus ‘Vertalen wat er staat’. Inderdaad vertaalt zij wat er staat, maar vergeet daarbij dit: ook te vertalen wat er níét staat. Want juist wat er niet staat, staat er ook: de toon en de sfeer. Ook zij mist de tsjechoviaanse ome Charles. Ook haar hoofdpersonage komt hier stilistisch niet uit de verf.
   Wat te doen.
   Met drie woorden zal het mij niet lukken. Zes dan.
   ‘Toen, hoor ik, was hij getrouwd.’
   Het gaat er in elk geval iets meer van leven.

_____
   1 Een rak is een breed, recht stuk in de rivier; in het verhaal stroomt de rivier via een sluis en een watermolen, dus waar George Saunders het vandaan haalt om zijn schrijfcursus (die wordt geschraagd door de zeven Russische verhalen in deze blogs besproken) A Swim in the Pond in the Rain te noemen, Een duik in een vijver in de regen, is een raadsel, dat hij zelf oplost door in een voetnoot op blz. 329 te zeggen dat hij zich meent te herinneren dat hij het Russische woord (плёс, pljos) wel eens als vijver vertaald heeft zien worden, en dat hij het zich in elk geval altijd als een vijver heeft voorgesteld. Knap, een stromende rivier met watermolen voor een vijver aanzien. Misschien moet Saunders eerst een leescursus volgen voor hij een schrijfcursus geeft.

   Verwijzingen. Wie haarzijn Nederlands, Noord- en Zuid- middels regionale woordenschatten een turboboost wil geven, kan op mijnwoordenboek terecht. Voor het woord kruisbes hier, voor stekelbes hier. De ‘Kruisbessen’ van Timmer staan in de Verzamelde Werken V van Tsjechow, Van Oorschot, 1958; de ‘Kruisbessen’ van Prins in de Verzamelde Werken 5 van Tsjechov, Van Oorschot, 2010. Voor Tsjechovs Ome Charles-principe, zie blog 53, hier.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

441 Achtmaal Struwwelpeter in het Nederlands, 1848-2000

442 Van Struwwelpeter naar Ragbolrinus

443 Schroef je vaders hoofd niet af

446 De Geschiedenis van den wreeden Jan

444 Blijf weg van potten met geblaf

447 De geschiedenis van Hein de Dierenkweller

448 Wreede Piet

445 Frederik de wrederik gecloseread

440 Voor spek en bonen