246 Stijg te paard dan wel te pony! En ga in ’t leger van Boedjonny!

   Hier heb ik moeten smokkelen.
   Majakovski verstaat de kunst om met een enkele tweeregelaar een verder prachtig gedicht in de vernieling te helpen. Omdat hij uiteindelijk het opvoedkundige element, dat hij altijd majesteus ironisch onder de duim weet te houden, plotseling als een modderschuit onder een vlag tevoorschijn tovert. Alsof het om een opdracht van hogerhand gaat, die hij bijna vergeten was. ‘O ja, dit moet er ook nog in.’
   Hier zijn het de laatste regels van het gedicht. Als het speelgoedros uiteindelijk uit karton is geplakt, op wielen is gezet, met vacht en manen is bekleed, in elkaar getimmerd en geverfd is, kan zoonlief het paard bestijgen:

На спину сплетённому —
Помогай Будённому.

   ‘Op de gevlochten rug — Help Boedjonny.’ Het jochie wilde dus graag zijn vuurpaardje hebben om de legendarische rodelegergeneraal Boedjonny bij te staan in de strijd tegen de vuige Witten en het bourgeoisie-tuig. De moraal komt uit de lucht vallen als een verrassingsbombardement. Wat te doen, vertaler?

Spring op de gevlochtenheid!
Help Boedjonny met zijn strijd!

   Is nog de getrouwste vertaling. Iets meer op de doelgroep afgestemd (het Sovjet-pioniertje in het grote Sovjet-rijk uit 1928, maar dan een Nederlands jochie – probeer het maar niet te begrijpen, van vertalen word je gek) zou het kunnen worden:

Stijg te paard dan wel te pony!
En ga in ’t leger van Boedjonny!

   Hoe dan ook blijf je met de nare smaak van een halvegare houwdegen zitten. Veel Sovjet-kinderboeken bezingen de oorlog en het leger, maar dat zijn niet de beste. En wil dit gedicht zich bij de beste blijven scharen – en het hoort erbij, als een ras- en wasechte grappige Majakovski – dan moeten we de slotregels verdoezelen. Om niet te zeggen compleet verdonkeremanen.
   Vandaar Constants hobbelpaard. Zodat niemand kan zeggen dat het geen echt Nederlands gedicht is.
   Maar ik heb nog meer moeten smokkelen.
   Meestal probeer ik in de kindergedichtvertalingen niet uit te lopen op het origineel. Zelfde aantal regels is het ideaal, minder is soms nog beter, maar dat overkomt me zelden. Hier moest omwille van de vele fysieke realia, die allemaal op de tekeningen staan afgebeeld, hier en daar wat meer regels en woorden gebruiken.
   Dat wreekte zich toen ik de tekst bij de tekeningen wilde plaatsen: het paste niet! Daarom heb ik het formaat van het oorspronkelijke boekwerk iets moeten oprekken: ik heb er aan de bovenkant een paar centimeter aan toegevoegd.
   Bij nadere beschouwing moet ik in de tekst misschien nog een detail dat niet met de tekeningen overeenstemt veranderen, namelijk als vader en zoon naar de papierfabriek van Prop gaan. Dan doen ze in mijn tekst ‘jassen aan en hoeden op’. Dat klopt niet: het arbeidende volk draagt, getuige de tekening aan de voet van de bladzijde, geen hoed maar een pet.
   Dus gelieve te lezen: ‘jassen aan en petten op’.

_____
   Verwijzingen. Majakovski’s Конь-Огонь is met de klassieke illustraties van Lidia Popova uit 1928 te vinden op het togdazine, hier. In deze zelfde reeks zie blog 238 Wie? Kto? hier en blog 239 Rijm, ritme en andere contraintes, hier. De banier komt uit een facsimile heruitgave uit 2017, in de serie Voor de kinderen van de toekomst, uit de doos Majakovski één, met daarin vijf boekjes in facsimile uitgegeven, behalve Constants hobbelpaard ook Wat is goed en wat is slecht, Kom horen! Lees mee! Over de vuurtoren en over de zee!, Wat te worden? en Van alle kanten leeuwen en olifanten, die allemaal vertaald staan in Bij mij op de maan (Van Oorschot, 2016). Een doorlopend bijgewerkt cumulatief register op alle VandaagsVertaalProbleem-blogs staat in blog 241, hier.

Reacties

met onder meer de afgelopen tijd

160 Vintage Vondel

433 Opkalefateren

434 Voer geen fatbike aan je neefje

436 De macabere verhalen en lugubere plaatjes van Dr. Heinrich Hoffmann

432 Klopt ook niet? Meer vragen bij de lectuur van Alice in Wonderland.

437 Lidmaat Ajuin alias Reimerich Kinderlieb

438 Kindfeindlichkeit en Schwarze Pädagogik

439 Van Razoux tot Kuijper, 150 jaar Struwwelpeter-vertalingen

435 Ga niet varen in een zeefje

23 Ten derden male de allenige occupanten