Bij het vertalen van De Struwwelpeter als Ragbolrinus ben ik niet over één nacht ijs gegaan. Ik heb me verdiept. Verdiept in de materie. Onderzoek gedaan. Me ingelezen, uitgelezen, doorgelezen, stukgelezen. De tekstgenese, de kritisch-historische literatuur, de receptiegeschiedenis, en natuurlijk de vertalingen. De Franse, Engelse, Russische en vooral Nederlandse die er van dit kwalitatief machtige, kwantitatief minieme meesterwerk zijn geweest. En de talloze imitaties, parodieën, pastiches, jatternijen, plagiaatplegingen etc. die er in alle windstreken na het succes van het oorspronkelijke werk gemaakt zijn – waarover ik al bericht heb in blog 326 tot en met 339, onder Struwwelpetriaden te bereiken via het register . Het is tijd om dat alles eens op het geduldige papier te zetten. De aap uit de mouw te laten. Want het is een goed verhaal. Een lang verhaal, maar een goed verhaal. De vertalingen alleen al. Je raakt er niet over uitverbaasd. Stichtelijk ook, want hoe vreselij
2x prachtig, chapeau.
BeantwoordenVerwijderen